Een architect heeft een uitdaging. De uitdaging begint wanneer iemand met een idee of opdracht bij hem langs komt. Een huis, kantoor of misschien zelfs een museum. De opdrachtgever heeft daar ideeën bij (en vaak ook financiële beperkingen). Een architect kan zeggen: oké, dat doe ik zoals jij dat wilt. Maar een architect zou geen architect zijn als hij niet meer zou willen. Deels omdat hij beter dan zijn opdrachtgever weet wat er mogelijk is op technisch gebied. Deels omdat hij beter bekend is met de wetgeving en de eisen van de moderne woningbouw.
Maar nog meer omdat hij de innerlijke passie heeft om er iets moois van te maken. De ware architect legt zijn hart in zijn werk. Zelfs als hij een eenvoudige woning moet schetsen, zal hij kijken naar extra mogelijkheden. Iets dat zijn woning net iets anders maakt dan het doorsnee huis van de nieuwbouwwijken.
“Wat zou u denken van..?”
Het zijn dit soort woorden die een architect zal gebruiken om allerlei mogelijkheden voor te leggen aan zijn cliënt. Regelmatig zal dan het antwoord zijn: “Daar had ik nog niet aan gedacht” of een verbaasd “Kan dat dan?” Ja, er kan veel. Dan gaat het niet alleen om architectonische hoogstandjes, maar ook om praktisch leefcomfort. Een architect kijkt verder dan de buitenkant.
Geen plichtmatigheid
Elk beroep kent veel mensen die plichtmatig bezig zijn. Een goede architect is niet zo. Hij gaat voor het beste. Met een hart voor het gebouw en een open oor voor de opdrachtgever. Hij combineert functionaliteit met schoonheid. Dat tekent de echte architect.